Wat de zuilen en wapenschilden van het stadhuis ons vertellen

Het Antwerpse stadhuis was dringend aan restauratie en renovatie toe. Niet dat het gebouw uit de 16de eeuw nooit werd aangepakt, integendeel. Net zoals wij vandaag oude huizen renoveren, kende het stadhuis in de loop van de eeuwen ook tal van herstellingen en wijzigingen, waarbij de ene restauratie al wat beter werd gedocumenteerd dan de andere. In 2018 startte de huidige restauratie en renovatie en na een aanbestedingsprocedure viel de keuze onder meer op Altritempi, gespecialiseerd in het conserveren en restaureren van kunsthistorische waardevolle onderdelen en afwerklagen van gebouwen. Want werelderfgoed conserveren verdient natuurlijk specialistenwerk.

Projectleider Evelyn De Schepper vertelt: “Met drie firma’s van Group Monument werken we samen aan het Stadhuis. De eerste maanden werd de focus gelegd op de ruwbouwwerken en de dak- en gevelwerken. Wij werden erbij gehaald voor het stralen van de zandstenen onderdelen van de gevel en de restauratie van de stenen beeldhouwwerken en de marmeren zuilen en plint. Eén ding hielden we altijd voor ogen: al wat we deden was met het grootst mogelijk respect voor de historiek van het gebouw. Onze opdracht is om het gebouw te bewaren voor de toekomst en niet om het opnieuw in de oorspronkelijke staat te brengen. Eerder conserveren dan restaureren, dus.”

Een restaurateur herstelt de rode marmeren zuilen aan de gevel van het stadhuis
links naast tekst
content

Veel ingrepen, weinig resultaat

“Iedereen kent wel de typische rode zuilen van het stadhuis”, vertelt Evelyn. “Ze zijn in de 16de eeuw gemaakt uit Belgische rode marmer, net zoals de plintzone onderaan. Daar ontstond meteen al een probleem, want rode marmer is niet geschikt om buiten geplaatst te worden, het is een materiaal om in interieurs te gebruiken. De plintzone werd dan ook in de negentiende eeuw volledig vervangen met een andere soort Belgische rode marmer. Maar ook die hield niet stand in ons klimaat. Uit ons onderzoek bleek dan ook snel dat beide marmersoorten in de loop van de tijd op heel veel verschillende manieren werden hersteld en gerenoveerd. In de zuilen en de plint vonden we allerlei materialen, van acryl en epoxy tot cement. Al die materialen vertelden ons een verhaal, alsof de marmeren onderdelen zelf konden praten. Een verhaal van proberen te herstellen en te bewaren. Maar ook een verhaal van daar niet in slagen, want geen enkele van de ingrepen die we gevonden hebben, bleek effectief of duurzaam. We hebben die materialen dan ook allemaal verwijderd, met de hoofdopdracht in ons achterhoofd: de 16de-eeuwse en 19de-eeuwse marmer zo goed mogelijk te bewaren.”

Uniek tijdsdocument

“Wat konden we dan wel doen? Het originele rode marmer konden we niet meer gebruiken om de zuilen te herstellen, die steengroeves zijn al lang gesloten. We zijn op zoek gegaan naar een duurzame oplossing.  Enerzijds zochten we een geschikte ‘vervangmarmer’ om de grote schades in te vullen.  Deze marmeren invullingen werden in de steenkapperij van Group Monument gemaakt, perfect op maat van elke schade of lacune. Anderzijds werd door het KIK (Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium) een onderzoek opgestart om voor de kleine oppervlakkige schades een product samen te stellen dat compatibel is met het aanwezige marmer.

Na een lange zoektocht met alle betrokken partijen; de restauratiearchitecten ‘Origin Architecture & Engineering’, het KIK en het ‘Agentschap Onroerend Erfgoed’ zijn we uiteindelijk terechtgekomen bij een zinkoxide mortelsamenstelling die we door toevoeging van pigmenten de juiste kleur gaven. Zo konden we de ontstane lacunes opvullen met dit materiaal. Daarna moest de oppervlakte geschuurd worden en schilderden we op de ingevulde zones een gepaste marmerimitatie.  De zuilen zien er vandaag weer prima uit. Maar het marmer zal periodiek moeten onderhouden worden om het te bewaren. Allemaal een gevolg van de vroegere keuze om rode marmer te gebruiken. Maar het mooie is dat de zuilen daardoor een uniek tijdsdocument zijn.  Zo’n zuil bestuderen is als kijken in de tijd en dat vind ik fantastisch.”

Twee restaurateurs bekijken de grote wapenschilden aan de gevel van het stadhuis.
rechts van tekst
content

Opvallende wapenschilden

Een ander opvallend element aan de voorgevel van het stadhuis zijn de wapenschilden. In de 16de eeuw was Antwerpen een van dé handelsmetropolen in Europa. Ieder schild verwijst naar specifieke heersers of invloedssferen waartoe Antwerpen in het verleden behoorde. Links wijst de Brabantse leeuw op het hertogdom Brabant waar Antwerpen vanaf de 12de eeuw deel van uitmaakte. In het midden hangt het wapenschild van Filips II. Gedurende de bouw van het stadhuis behoorde Antwerpen tot de Spaanse Nederlanden. In die periode bereikte Antwerpen zijn economisch hoogtepunt. En het wapenschild rechts is het wapen van het markgraafschap, dat in de 11de eeuw deel uitmaakte van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie.

Restaureren of conserveren?

Ook de wapenschilden vertellen een verhaal, legt Evelyn uit: “De wapenschilden zagen er vanop afstand nog goed uit, maar bleken van dichtbij niet meer in goede staat, net zoals de zuilen. Zo zagen we bijvoorbeeld heel wat barsten en afschilferende verf. Na onderzoek bleek dat de wapenschilden in de loop van de tijd werden afgewerkt met bladgoud, met goudverf en met okerverf. Al die verschillende fases konden we mooi vaststellen, helaas was het werk niet altijd even secuur uitgevoerd. De hamvraag was dan ook: restaureren we de wapenschilden naar een vroegere staat of laten we ze zo en doen we het nodige om ze te conserveren voor de toekomst. We kozen voor het tweede. Zo zijn de wapenschilden niet alleen getuige van een politieke situatie, maar zijn ze ook een getuige van de tijd. Als je er nu van op de Grote Markt naar kijkt, lijkt er misschien weinig aan veranderd, maar we hebben al het nodige gedaan om ze te bewaren voor de volgende generaties. Van het dichtmaken van barsten tot het aanbrengen van verschillende transparante afwerklagen.”

Mijn job spreekt tot de verbeelding

Evelyn spreekt met veel passie over haar job: “Ik ben er een beetje toevallig ingerold”, vertelt ze. “Op zoek naar een studierichting kwam ik terecht in de academie in de Blindestraat. Ook al ging mijn interesse toen uit naar productontwikkeling en interieurvormgeving, toch ging mijn hart sneller slaan in de de ateliers van de richting restauratie. Als bij een betovering wist ik het meteen, dit wilde ik studeren. Ondertussen werk ik twaalf jaar bij Altritempi en ben ik van restaurateur projectleider geworden. De veelzijdigheid van mijn job is me veel waard. Net zoals de rest van ons multidisciplinair team ben ik erg vaak op locatie aan het werk. En als je kan zeggen dat je meewerkt aan de restauratie van het stadhuis van Antwerpen, dan spreekt dat tot ieders verbeelding. Ik ben dan ook trots op ons werk en hoop dat ik dit nog vele jaren mag doen.”

Gerestaureerde rode marmeren zuil met een figuur in witte steen naast.