Elektricien Toon werkte mee aan de restauratie van het dansorgel in het MAS

Toon reist als technisch medewerker, samen met collega’s, van het ene stadgebouw naar het andere om de elektriciteitskasten te controleren, kortsluitingen te verhelpen en allerhande elektriciteitswerken uit te voeren. Tot hij een ongewoon telefoontje kreeg. Een elektrisch onderdeeltje van het Decaporgel, (een groot mechanisch dansorgel uit de jaren 1940) in het MAS ging stuk, ze hadden dringend een elektricien nodig. Voor Toon was dat het begin van een zomer op de vijfde verdieping van het MAS.

Thuis in het MAS

We zijn nog maar net op weg naar de tentoonstellingszaal op de vijfde verdieping en Toon wordt al meteen aangesproken: “of hij niet even kan komen kijken naar een lamp van het orgel die niet meer naar behoren werkt?” Toon is hier sinds de zomer van 2018 een graag geziene en nodige collega. “Het is eens wat anders dan een elektriciteitskast controleren, hé”, lacht hij meteen. “Het beheer van collecties in musea als deze, is in handen van collega’s die opgeleid zijn om historische werken te onderhouden en restaureren. Maar de geschiedenis staat niet stil en ondertussen worden ook elektrische toestellen deel van collecties. En dan hebben ze iemand als ik nodig.”

Technisch medewerker Toon Verleyen

Liefde voor elektriciteit, muziek en de Belgische geschiedenis

Toon is elektricien van beroep, maar een liefhebber van muziek, en dat helpt bij een job als deze. “Ik ben zelf muzikant en ik hou heel erg van muziek”, vertelt hij meteen. “In eerste instantie niet van het technische genre, maar de geschiedenis van zo’n dansorgel vind ik super fascinerend. België is altijd een voorloper geweest in muziek. Wist je dat het concept van een discotheek Belgisch is? Daar heb ik als kleine jongen, toen we langs banen reden waar die danscafés met zulke orgels stonden, nooit bij stilgestaan. België was blijkbaar één van de enige landen die geen regels oplegden over de uitgangsuren. In tegenstelling tot onze buurlanden mocht hier de hele nacht gedanst worden. Bij gebrek aan orkesten die tot in de vroege uurtjes wilden spelen, werden deze dansorgels ontworpen.“

Een ongewone job voor een geduldig man

“Toen ik hier in de zomer van 2018 toekwam om het defecte onderdeel te bekijken, had ik nooit gedacht dat ik hier de rest van mijn zomer zou spenderen”, lacht Toon. Na die eerste samenwerking vroegen de collega’s van het MAS me om mee te werken aan de opknapwerken aan het orgel. Wat toen startte, was een zoektocht naar het evenwicht tussen elektrisch historisch erfgoed en de veiligheidsnormen die vandaag in musea en gebouwen heersen. In nauwe samenwerking met de conservator van de mechanische muziekinstrumenten werd een nieuwe weg gezocht. Ik keek tijdens die zomer meer dan 50 lichtpunten na, paste aan waar nodig en voorzag nieuwe kabels. Het vergde heel wat lenigheid om alle plaatsen te kunnen bereiken zonder het orgel te ontstemmen. En dankzij het elektrische schema dat ik samen met mijn collega’s maakte, kan het orgel voortaan ook overzichtelijk gedemonteerd worden en achteraf weer juist in elkaar worden gezet.   

Een historische installatie aanpassen aan hedendaagse veiligheidsnormen

Toon moest niet enkel met veel geduld heel fijn werk aankunnen, ook zijn vindingrijkheid kwam hem goed van pas. “Het was een constant zoeken en compromissen sluiten met de collega’s van het MAS. Zij wilden het orgel natuurlijk graag zo dicht mogelijk bij het origineel houden, maar veiligheid primeert. En die twee werken elkaar weleens tegen. Bovendien bestaan er nog geen duidelijke voorschriften of regels over hoe een museum wil omgaan met elektrische museumstukken. We moesten voortdurend zelf op zoek naar de beste en veiligste manier om aan de slag te gaan. En dat was echt niet altijd evident.”

Decap dansorgel in het MAS
rechts van tekst
content
Decap dansorgel uit 1940

Het Decap dansorgel dat te zien is in het MAS behoort tot de collectie Ghysels dat een onderdeel is van de Collectie Vlaamse Gemeenschap waarvan de stad Antwerpen het beheer op zich neemt.